Overslaan en naar de inhoud gaan

FC4P1

Ingediend door Christine Micallef op

De lidstaten zorgen ervoor dat een minderjarige het recht heeft om een verzoek om internationale bescherming te doen, ofwel zelf als hij/zij daartoe volgens het recht van de betrokken lidstaat handelingsbekwaam is, ofwel via zijn/haar ouders of andere volwassene die voor hem/haar verantwoordelijk is, hetzij krachtens de wet, hetzij volgens de gangbare praktijk in de betrokken lidstaat, of via een vertegenwoordiger (artikel 7, lid 3, APD, herschikking).