Over dit instrument

 

Waarom is dit instrument ontwikkeld?

Het belangrijkste doel van dit instrument is het bevorderen van de  tijdige identificatie van personen met bijzondere procedurele en/of opvangbehoeften. Dit instrument kan in iedere fase van de asielprocedure en in iedere fase van het opvangproces worden gebruikt.

Dit instrument is een interactief platform waarmee u bijzondere behoeften kunt vaststellen door de aanwezigheid van bepaalde indicatoren waar te nemen of vast te stellen op basis van verschillende bewijsstukken (informatie in het verzoek om internationale bescherming, medisch bewijs, verklaringen tijdens het persoonlijk onderhoud, etc.). Naast de identificatie-indicatoren geeft dit instrument ook algemeen advies over de bijzondere procedurele waarborgen en opvangondersteuning die in de EU+-context aan de verzoeker kunnen worden geboden. 

Dit instrument is ontworpen om lidstaten te ondersteunen bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van de herschikte Richtlijn opvangvoorzieningen (2013/33EU) en Richtlijn asielprocedures (2013/32/EU):

► Identificatie moet plaatsvinden binnen een redelijke termijn nadat een verzoek om internationale bescherming wordt gedaan en moet een doorlopend proces zijn (artikel 22, RCD, herschikking en artikel 24, APD, herschikking).  

► De lidstaten moeten hierna rekening houden met de specifieke situatie van verzoekers met bijzondere opvangbehoeften (artikel 21, RCD, herschikking) en bijzondere procedurele waarborgen (Overweging 29, APD, herschikking).

Dit instrument kan door lidstaten geïntegreerd worden in een uitgebreider identificatiemechanisme. In dit geval zijn de gebruiksvoorwaarden afhankelijk van de nationale situatie en behoeften.

Hoe kan dit instrumenten u helpen tijdens uw dagelijkse werkzaamheden?

In alle gevallen, zelfs als er geen bijzondere behoefte lijkt te zijn, moet de identificatie en beoordeling van bijzondere behoeften op individuele basis worden uitgevoerd. Dit instrument is ontworpen als praktische ondersteuning tijdens dit individuele identificatieproces. Dit instrument is niet bedoeld om verzoekers in bepaalde categorieën in te delen of één algemeen geldend antwoord op alle mogelijke bijzondere behoeften te geven. Het is ontwikkeld om de gebruiker te begeleiden tijdens een proces, met behulp waarvan hij/zij ervoor kan zorgen dat er een passend individueel antwoord wordt gegeven op de bijzondere behoeften van de betreffende verzoeker.

Afhankelijk van uw behoeften als gebruiker en van het feit of de identificatie al heeft plaatsgevonden kunt u de indicatoren gebruiken of direct naar de relevante categorie of de specifieke ondersteuningsfase van uw keuze gaan.

Een afdrukbaar verslag: Als u tevreden bent met de resultaten van de identificatie en de door u verzamelde informatie kunt u een verslag opslaan of afdrukken. In dit verslag wordt een samenvatting gegeven van de informatie in het kader van de identificatie en uiteengezet welke acties er eventueel genomen moeten worden. Voordat u het verslag afdrukt of als pdf-bestand opslaat, kunt u uw eigen opmerkingen toevoegen, waardoor het verslag integraal onderdeel het dossier van de verzoeker wordt. De door u aangebrachte opmerkingen worden niet in het online-instrument verwerkt of opgeslagen en kunnen niet door anderen worden aangepast.

Wat is de reikwijdte van dit instrument?

Indicatoren

Dit instrument biedt een interactief platform voor de identificatie van bijzondere behoeften in de context van een asielverzoek. Dit instrument voorziet primair in de behoefte om bijzondere behoeften te identificeren op basis van belangrijke indicatoren die in de volgende categorieën zijn ingedeeld.

Bijzondere behoeften

De categorieën personen met bijzondere behoeften in dit instrument bevatten de in artikel 21, RCD, herschikking vermelde categorieën, waaraan twee extra categorieën zijn toegevoegd op basis van de verzamelde informatie met betrekking tot huidige EU+-praktijken, met name LGBTI-verzoekers en personen met gendergerelateerde bijzondere behoeften. Het instrument ziet de beperkingen van dit soort ontwikkelingen in en erkent dat er ook buiten de vastgestelde categorieën bijzondere behoeften kunnen bestaan. Ongeletterde verzoekers hebben bijvoorbeeld specifieke procedurele ondersteuning en mogelijk ook opvangondersteuning nodig; deze personen worden echter niet als een speciale categorie personen met bijzondere behoeften beschouwd. Het instrument erkent en houdt er rekening mee dat sommige verzoekers bijzondere behoeften hebben die in meer dan één categorie vallen. Zo kan een minderjarige die met haar familie aankomt het slachtoffer zijn geworden van vrouwelijke genitale verminking. Nadat u de desbetreffende indicatoren hebt gemarkeerd geeft het instrument de relevantie van beide categorieën aan: ‘begeleide minderjarigen’ en ‘personen die andere ernstige vormen van psychologisch, fysiek of seksueel geweld hebben ondergaan’.

Ondersteuning

Bovendien gaat het instrument in op bepaalde fasen van de procedure, opvangondersteuning en geeft het algemene richtlijnen. Hoewel erkend wordt dat bijzondere behoeften niet ophouden te bestaan nadat de asielaanvraag in eerste aanleg is beëindigd, kijkt het instrument om praktische redenen alleen naar de ondersteuning die tot op dat punt wellicht verleend moet worden. Hoewel het instrument kort op de gevolgen van bepaalde bijzondere behoeften voor de geloofwaardigheid wijst, gaat het niet verder in op het besluitvormingsproces en kijkt het niet naar bijzondere behoeften als mogelijke grond voor het verlenen van internationale bescherming. Het instrument richt zich enkel op procedurele waarborgen en opvangondersteuning.

Hoe is dit instrument ontwikkeld?

Dit praktische instrument is ontwikkeld in het kader van de EASO-kwaliteitsmatrix. Bij de ontwikkeling van dit instrument is de methodologie van de kwaliteitsmatrix gevolgd en voortgebouwd op een uitgebreide inventarisatie van huidige EU+-praktijken, bestaande instrumenten en identificatiemechanismen.

Het instrument is ontwikkeld door een werkgroep van nationale deskundigen op het gebied van de asielprocedure en opvang, waaronder deskundigen uit België, Bulgarije, Malta, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast heeft een Referentiegroep bestaande uit de Europese Commissie, de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen (UNHCR) en de Europese Raad voor vluchtelingen en ballingen belangrijke bijdragen geleverd. Het conceptmateriaal is vervolgens verder besproken met de kwaliteitsreferentiegroep van het EASO en met geïnteresseerde leden van het EASO-adviesforum. Bovendien is het instrument vóór afronding met alle lidstaten besproken en is er rekening gehouden met hun feedback om ervoor te zorgen dat dit instrument in alle verschillende nationale contexten van nut is.

We zouden alle nationale deskundigen en organisaties die aan deze besprekingen hebben deelgenomen willen bedanken voor hun deskundigheid en bijdrage aan deze belangrijke ontwikkeling: de Association Européenne pour la Défense des Droits de l'Homme European (AEDH), Asylum Aid, de Belgische vluchtelingenraad, Caritas International, ECRE, de Griekse vluchtelingenraad, de  International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex Association (ILGA), het International Network to Analyze, Communicate and Transform the Campaign against FGM/C (INTACT), de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), de Internationale Raad voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering (IRCT), de Jesuit Refugee Service Malta (JRS), de Noorse Organisatie van asielzoekers (NOAS), het Rode Kruis, Save the Children, het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Mensenrechten (OHCHR), de UNHCR en de Europese Commissie.

Hoe verhoudt dit instrument zich tot nationale systemen?

Het belangrijkste gedeelte van het instrument – identificatie – is zo ontworpen dat het in iedere context kan worden toegepast. Het bevat de elementen op basis waarvan de bijzondere behoeften van een persoon kunnen worden geïdentificeerd. Deze elementen zijn in alle lidstaten gelijk.

In het gedeelte over speciale procedurele waarborgen en opvangondersteuning wordt er rekening mee gehouden dat de nationale situaties kunnen verschillen en dat er in de EU+-lidstaten andere specifieke regels voor de beschikbare ondersteuning kunnen gelden. Het instrument voorziet in deze gevallen in korte en algemene richtlijnen en verwijst de gebruiker naar de nationale praktijk.

Hoe verhoudt dit instrument zich tot andere ondersteuningsinstrumenten van het EASO?

Er moet worden benadrukt dat dit praktische instrument op geen enkele manier de behoefte aan opleiding of inspanningen om meer bewustzijn te creëren over mogelijke bijzondere behoeften in de context van een asielverzoek kan vervangen.

Opleiding is van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat de verantwoordelijke ambtenaar in staat is om de bijzondere behoeften van  verzoekers om internationale bescherming tijdig te identificeren en effectief aan deze behoeften tegemoet te komen. De lidstaten moeten daarom relevante opleiding aanbieden aan de verschillende actoren die in de loop van de asielprocedure in contact kunnen komen met verzoekers om internationale bescherming.

Net als alle andere praktische ondersteuningsinstrumenten van het EASO is ook dit IPSN-instrument gebaseerd op de gemeenschappelijke normen van het CEAS en vastgestelde goede praktijken. Het is ontwikkeld in het kader van het verlenen van praktische ondersteuning ter plaatse en moet beschouwd worden als een aanvulling op andere beschikbare instrumenten zoals opleiding, andere praktische instrumenten en gidsen, informatie over landen van herkomst, etc. Bij het ontwikkelen van de inhoud van dit instrument vormde consistentie met al deze andere instrumenten het voornaamste uitgangspunt. Bij de ontwikkeling van dit instrument is vooral rekening gehouden met relevante modules van het EASO-opleidingsprogramma, zoals 'Gender, genderidentiteit en seksuele gerichtheid', 'Gesprekken voeren met kwetsbare personen' en 'Gesprekken voeren met kinderen'. Het instrument is geïntegreerd in de opleidingsmodule 'Opvang'. Het IPSN-instrument sluit tevens aan op en verwijst rechtstreeks naar de voor het publiek beschikbare Praktische Gidsen over Persoonlijk onderhoud en Bewijsbeoordeling uit de reeks 'Praktische gidsen van het EASO'.