In het geval van verzoekers met een geestelijke stoornis kan het voorkomen dat de verantwoordelijke ambtenaar andere praktische maatregelen moet nemen om met de verzoeker te kunnen communiceren. Afhankelijk van de aard van de geestelijke stoornis en de ernst ervan moet de verantwoordelijke ambtenaar zijn/haar taalgebruik aanpassen, dingen herhalen, meer tijd nemen, enz.
In het geval van oudere verzoekers kan het voorkomen dat de verantwoordelijke ambtenaar andere praktische maatregelen moet nemen om met de verzoeker te kunnen communiceren (bijv. schriftelijk materiaal in groot lettertype, gehoorapparaat).
In het geval van verzoekers met een handicap kan het voorkomen dat de verantwoordelijke ambtenaar andere praktische maatregelen moet nemen om met de verzoeker te kunnen communiceren (bijv. gebarentolk, schriftelijk materiaal in groot lettertype). In het geval van verzoekers met een verstandelijke handicap, en afhankelijk van de ernst van deze handicap, moet de verantwoordelijke ambtenaar zijn/haar taalgebruik aanpassen, dingen herhalen of meer tijd nemen.
In sommige gevallen kan de vertegenwoordiger ook betrokken zijn bij het verstrekken van informatie aan het niet-begeleide kind.
Overeenkomstig de nationale praktijk kunnen er speciale informatiefolders of kan er ander materiaal (stripboeken, video's, enz.) beschikbaar zijn. De verantwoordelijke ambtenaar moet zijn/haar taalgebruik aanpassen aan de leeftijd en maturiteit van het kind.
Indien van toepassing, en rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden, waaronder de leeftijd en de maturiteit van het kind, moet de verantwoordelijk ambtenaar informatie geven over de asielprocedure en de rechten en plichten van het kind.
Een zwangere vrouw kan bijvoorbeeld een medische ingreep hebben moeten ondergaan of van haar kindje zijn bevallen.
In sommige gevallen kan er vanwege de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker meer tijd zitten tussen het doen en het indienen van het verzoek.
Neem praktische maatregelen om ervoor te zorgen dat de verzoeker de locatie kan bereiken waar het verzoek moet worden ingediend.
De lidstaten zorgen ervoor dat een minderjarige het recht heeft om een verzoek om internationale bescherming te doen, ofwel zelf als hij/zij daartoe volgens het recht van de betrokken lidstaat handelingsbekwaam is, ofwel via zijn/haar ouders of andere volwassen familieleden, of via een volwassene die voor hem/haar verantwoordelijk is, hetzij krachtens de wet, hetzij volgens de gangbare praktijk in de betrokken lidstaat, of via een vertegenwoordiger (artikel 7, lid 3, APD, herschikking).