Het documenteren van indicatoren is belangrijk om ervoor te kunnen zorgen dat tijdens de procedure aan de bijzondere behoeften kan worden voldaan, zowel op het gebied van opvangondersteuning als procedurele waarborgen. In dit stadium kan de verantwoordelijke ambtenaar bewijs verzamelen en indicatoren van verschillende bijzondere behoeften documenteren.
In het geval van zwangerschap kan het voorkomen dat andere familieleden of andere personen die verwant zijn aan de verzoeker niet op de hoogte van de zwangerschap zijn. Indien er informatie over de zwangerschap met andere partijen moet worden gedeeld, inclusief familieleden, moet de verantwoordelijke ambtenaar hiervoor geïnformeerde toestemming van de verzoeker hebben.
Indien van toepassing moeten het nationale verwijzingsmechanisme (NRM) en nationale richtsnoeren/praktijken worden gevolgd.
Het kan ook voorkomen dat mensenhandel pas wordt ontdekt nadat een grens-/versnelde procedure is gestart. In dergelijke gevallen kan het passend zijn om vrijstelling van de grens-/versnelde procedure te verlenen.
Het kan ook voorkomen dat de zwangerschap pas wordt ontdekt nadat een grens-/versnelde procedure is gestart. In dergelijke gevallen kan het passend zijn om vrijstelling van de grens-/versnelde procedure te verlenen.
Er mag geen gebruik worden gemaakt van grens- en versnelde procedures, tenzij verzoekers tijdens dergelijke procedures passende steun krijgen in verband met hun bijzondere behoeften (artikel 24, lid 3, APD, herschikking).
De asielprocedure dient overeenkomstig de nationale praktijk en het nationale verwijzingsmechisme (NRM) te verlopen. Dit kan betekenen dat er bedenktijd wordt gegeven, tijdens welke de asielprocedure opgeschort kan worden of die ertoe kan leiden tot de asielprocedure verlengd kan worden.
Overeenkomstig de nationale praktijk en de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker kan er voorrang worden gegeven aan de behandeling van het verzoek (artikel 31, lid 7, onder b), APD, herschikking) of kan meer tijd worden geboden.
In sommige samenlevingen worden vrouwen bijvoorbeeld niet bij de zaken van hun man betrokken of ervan op de hoogte gebracht; of ze kunnen niet gewend zijn om persoonlijke informatie te delen met vreemden, vooral met vreemden van het andere geslacht. Tijdens het beoordelen van de geloofwaardigheid dient met deze factoren rekening te worden gehouden.
Wat LGBTI-kwesties betreft kan het voorkomen dat de verzoeker aanvankelijk niet heeft aangegeven dat zijn/haar verzoek verband houdt met zijn/haar seksuele gerichtheid of genderidentiteit. Dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door het feit dat hij/zij uit een cultuur komt waar deze onderwerpen taboe zijn. De verantwoordelijke ambtenaar dient rekening te houden met deze factoren en het geval op basis van alle bewijsstukken te bekijken en aan de hand daarvan een beslissing te nemen.